Griekse beeldhouwkunst

beeldhouwkunst 

Aanvankelijk werd beeldhouwwerk vervaardigd voor de eredienst: in tympanon of tempelruimte, in vlakreliëf en hoogreliëf. Daarnaast maakte men vrijstaande beelden van Goden, sportlieden en krijgers. De Griekse beeldhouwer wil geen portret maken van een bestaand persoon, maar een ideaal, volmaakt menstype weergeven. Zij toonden een geïdealiseerde mens: steeds gericht op het ideaalbeeld van Goden en mensen.

De Grieken gebruikten verschillende materialen voor hun beelden: marmer, brons en terracotta. Grieks beeldhouwwerk van marmer werd na het uithakken en schuren veelkleurig beschilderd: gepolychromeerd. Ook terracotta kreeg na het boetseren en bakken kleur.

De vormgeving van de vroege, archaïsche beelden kwam voort uit de Egyptische vormentaal. De Grieken kenden deze door de handelsbetrekkingen. In de vroege, vrijstaande mensfiguren is er sprake van een ‘archaïsche glimlach’. Archaïsche beelden waren statisch, de mens werd afgebeeld in een stereotiepe houding: met één voet voor de andere. De houding met het linkerbeen een beetje vooruit was een normale houding in de Egyptische beeldhouwkunst. De houding met het linkerbeen een beetje vooruit was een normale houding in de Egyptische beeldhouwkunst. De ogen zijn amandelvormig, het gezicht is weergegeven met een kenmerkende glimlach. De vuisten zijn licht gebald. 

Mannenbeelden noemt men kouros, vrouwenbeelden korè. Bij zo'n kouros (soms een grafbeeld, soms een geschenk voor de goden) werden de (lange) haren gestileerd weergegeven met vlechtmotieven. Lichaamsvormen werden met lijnen geaccentueerd. Mannen werden meestal naakt afgebeeld, vrouwen tot de 4de eeuw (deels) gekleed met een peplos. Het is nog goed te zien dat de beelden uit een rechthoekig blok zijn gehakt. Dit waren geen portretten, maar een symbolische verbeelding van een god (bijvoorbeeld Apollo). Een kouros is de (materiële) belichaming van Goedheid en Schoonheid. Zo'n beeld functioneerde soms ook als grafbeeld voor een overledene, of als herdenkingsmonument voor overwinnaars in (Olympische) spelen.

Archaïsche kenmerken:
  • Deze beelden hebben nog een statische en frontale houding 
  • de haren zijn zeer gestileerd weergegeven in vlechtpatronen 
  • de lichaamsvormen werden met lijnen aangegeven 
Kouroi werden gemaakt in opdracht voor aristocraten als offergave aan tempels, of als grafbeeld voor aristocratische families. Marmeren beeldhouwwerken waren erg duur, alleen de meest welgestelden konden zich zo'n beeld veroorloven. Nadat de aristocraten laat 6de eeuw vC. hun macht verloren, maakten de kouroi plaats voor naturalistische beeldhouwwerken. 

De mannelijke beelden tonen met hun naakte lichamen de ontwikkeling van de beeldhouwkunst. De Grieken wilden de schoonheid van het menselijk lichaam perfect afbeelden: een volmaakte weergave met ideale lichaamsvormen en -houdingen: een ideaalbeeld van een goddelijk mens of een menselijke god. Met steeds meer naturalisme en anatomische perfectie ontwikkelde de beeldhouwkunst zich van de archaïsche naar de klassieke stijl.

In de klassieke periode toonden de beelden een beheerste beweging en harmonie tussen spanning en ontspanning. Hierbij werd de contraposto toegepast: een natuurlijke, ontspannen houding met een standbeen en een ‘speelbeen’. De rug krijgt in die houding een lichte kromming.
Men hield nu meer rekening met verschillende aanzichten: een beeld kon nu van alle kanten bekeken worden, het was niet meer alleen bedoeld om vanuit een frontale positie te worden gezien.


Klassieke kenmerken:
  • het algemene schoonheidsideaal werd weergegeven 
  • toepassing van de contraposto 
  • perfecte weergave van de anatomie 
  • er was sprake van harmonie tussen spanning en ontspanning 
  • het beeld kon van alle kanten bekeken worden 
  • de archaïsche, strakke glimlach is vervangen door een natuurlijke uitdrukking

Bronzen beelden stonden vrij in de ruimte, en werden met veel oog voor detail perfect uitgevoerd. Krijgers in een natuurlijke houding, er is veel aandacht besteedt aan de anatomische details. Spiergroepen en verhoudingen werden geïdealiseerd. Ogen werden ingelegd met been, ivoor of glas en gepolijste stenen, tanden waren van zilver, lippen en tepels van een andere bronslegering.

Naast goden werden nu ook levende personen weer te geven, zoals kampioenen van de Olympische Spelen, belangrijke politici en filosofen. Dit waren portretten, er was dus sprake van meer individualisme.
Vrouwen werden in de hellenistische periode ook naakt afgebeeld. Klassieke, maar vooral Hellenistische beelden hadden vaak een steunpunt nodig om het stabieler te maken.
In het Hellenisme werd het weergeven van emotie en beweging belangrijk.


Hellenistische kenmerken:
  • meer individualisme, portretten 
  • veel emotie en beweging: complexe theatrale beelden 
  • de dynamische beelden stonden vaak tegen een steunpunt, om het stabieler te maken